Kinderopvang

Ongelijke toegang binnen het Gewest

Publication

Posted on 11 October 2024

 


 

 

Wat bepaalt de toegankelijkheid van kinderopvangvoorzieningen in het Brussels Gewest? Is kinderopvang voor alle doelgroepen even toegankelijk? In welke mate verschilt de toegankelijkheid van opvangstructuren binnen het Gewest? Allemaal vragen die zijn onderzocht in een nieuwe studie van perspective.brussels.

Voor het eerst is er voor het hele Brusselse grondgebied onderzoek gedaan naar de toegankelijkheid van de Nederlandstalige en Franstalige opvangvoorzieningen. Dat levert een algemeen beeld op voor het Gewest. In de studie wordt gekeken naar alle opvangvoorzieningen die erkend zijn door het ONE (FR), zowel die van gezinsopvang (zelfstandige onthaal- en medeonthaalouders) als collectieve structuren (kinderdagverblijven), en de voorzieningen erkend door Opgroeien (NL), zowel collectieve als gezinsopvang.

Wat betekent toegankelijkheid?

De studie onderzoekt de verschillende dimensies van toegankelijkheid in opvangvoorzieningen: geografisch, financieel, cultureel, sociaal, praktisch en inzake het beheer van voorrang bij inschrijving. Er wordt ook gekeken naar de praktijken die opvangstructuren hanteren, aangezien die van invloed zijn op hun mate van toegankelijkheid.

Een grote enquête bij de structuren van het Brussels Gewest

Om de bestaande gegevens aan te vullen, werd er een uitgebreide bevraging gehouden onder alle Nederlandstalige en Franstalige opvangstructuren in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Vanuit 192 opvangstructuren, of 34% van het gewestelijk aanbod, heeft dat waardevolle informatie opgeleverd.

De kinderopvang in enkele cijfers

In 2023 telde het Brussels Gewest 20.500 erkende opvangplaatsen voor ongeveer 45.000 kinderen jonger dan drie jaar, waarvan 8.000 uit eenoudergezinnen. Dat komt neer op een dekkingsgraad van 46% voor kinderen jonger dan drie jaar.

Als we alleen kijken naar plaatsen met een inkomensgerelateerd tarief, bedraagt de dekkingsgraad voor kinderen jonger dan drie jaar 31,56% voor 2023. Die cijfers gelden echter niet voor het hele Gewest.

Grote verschillen in toegankelijkheid

Uit de studie blijkt dat er grote verschillen zijn in de toegang tot opvangplaatsen, vooral in het noorden en het westen van het Gewest, waar de vraag veel groter is dan het aanbod. In het westen en het noordwesten van het Gewest leggen kinderen bijvoorbeeld veel grotere afstanden af om toegang te krijgen tot kinderopvang. Dat zijn ook de gebieden waar veel eenoudergezinnen en gezinnen met werkzoekenden wonen, wat de behoefte aan een betaalbare dienstverlening met flexibele uurregelingen nog vergroot.

Daarnaast wordt de toegang tot opvangplaatsen ook sterk bepaald door de gemeente waar men woont, het inkomensniveau van het gezin en de taalgroep waartoe men behoort.

Een aanbod afgestemd op de doelgroepen

De studie toont ook aan dat opvangstructuren zich aanpassen aan de kenmerken van de bevolking: hoe kwetsbaarder de bevolking, hoe meer de opvangstructuren voorzieningen treffen om hun toegankelijkheid te vergroten.

Die positieve vaststelling mag echter niet verhullen dat er nog altijd een groot tekort is aan opvangplaatsen in het Brussels Gewest, vooral in het noorden en het westen van de eerste stedelijke kroon.

Een reeks aanbevelingen

De studie van Perspective doet 4 kernaanbevelingen om met de vaststellingen aan de slag te gaan:

  • De vraag en het aanbod blijven opvolgen op gewestelijk niveau (en niet alleen per taalstelsel);
  • Tussen de 7.000 en 10.000 nieuwe plaatsen creëren om een dekkingsgraad van 80% te bereiken, met een focus op opvangstructuren met inkomensgerelateerd tarief;
  • De geografische toegankelijkheid verbeteren door voorrang te geven aan nieuwe plaatsen in het westen en het noorden van Brussel;
  • Het aanbod afstemmen op kwetsbare doelgroepen, onder meer door plaatsen met flexibele uurregelingen te creëren.

Meer informatie over:

Deze studie werd door het Brussels Studies Institute (BSI) uitgevoerd in opdracht van de Dienst Scholen en Studentenleven van perspective.brussels. Het kreeg daarbij steun van een begeleidingscomité bestaande uit institutionele actoren uit de sector (ONE, COCOF, Opgroeien, VGC, Iriscare, Kinderopvang in Brussel).

En savoir plus