Het verslag van het Wetenschappelijk Comité Huisvesting is online beschikbaar

Publicatie

Gepubliceerd op 16 februari 2021

 

Illustratie verslag van de werkzaamheden
Illustratie verslag van de werkzaamheden
© GRAU
De lockdownmaatregelen en het thuiswerk brachten het belang van de woonsituatie aan het licht als belangrijke factor in de veerkracht van de bevolking ten aanzien van de crisis. In het post-coronaplan van de Brusselse regering werd dan ook rekening gehouden met huisvesting en de relatie met openbare ruimte. Een wetenschappelijk Comité Huisvesting werd aangesteld. Zij brengen nu verslag uit, waarin een reeks aanbevelingen worden geformuleerd, maar niet enkel dat…

De huidige crisis stelt de ongelijkheden op het vlak van huisvesting op scherp en vestigt de aandacht op een oud zeer: de ontoereikende – en soms zelfs ongezonde – woonomstandigheden van kansarme bevolkingsgroepen. Daarnaast zagen we de tendens van 'tweedeverblijvers' om de stad te ontvluchten. Dit toont aan dat de huisvestingsbehoeften op korte tijd radicaal kunnen veranderen.

In plaats van één belangrijke ruimte naast andere ruimten, is de woning nu de plek waar het leven zich volledig afspeelt, waarbij de beschikbare oppervlakte en de toegang tot buitenruimte factoren van sociale differentiatie worden. Tot slot zorgt de sterke opkomst van telewerk door de lockdown voor een scheiding tussen wie van thuis uit werkt en wie buitenshuis werkt en zich aan het risico blootstelt. We moeten nu dus ook gaan nadenken over de woning als potentiële werkplek.

In juni 2020 stelde de Brusselse regering een groep aan van zeven Belgische en internationale academici. Zij onderzochten de problematiek van de huisvesting na de gezondheidscrisis en legden in december een verslag voor aan de regering. Het comité doet een reeks aanbevelingen die in vier pijlers kunnen worden samengevat:

  • De governance van de productie van openbare huisvesting verbeteren aan de hand van de socialisatie van het particuliere woningpark en het invoeren van nieuwe tools
  • De kwaliteit en de woonomstandigheden van de bestaande woningen verbeteren
  • De infrastructurele veerkracht van het woningpark vergroten
  • Een kader tot stand brengen voor een gezamenlijke visie van de vele huisvestingsactoren die in het gewest actief zijn

Elke reeks aanbevelingen gaat gepaard met een aantal concrete acties. Bij deze acties zijn instellingen betrokken op verschillende niveaus, van gewestelijke, lokale en gemeenschapsbesturen tot openbare en particuliere huisvestingsmaatschappijen, lokale overheden en universiteiten.

Het Wetenschappelijk Comité Huisvesting was samengesteld uit:

  • Benoit Moritz - voorzitter: docent aan de Université Libre de Bruxelles, co-coördinator van Metrolab.Brussels, stedenbouwkundig architect MSA
  • Aglaée Degros: docente stedenbouw aan de TU Graz (Oostenrijk), directrice van het Instituut voor Stedenbouw aan de TU Graz, stedenbouwkundig architecte, bureau Artgineering (Brussel)
  • Susanne Eliasson: stedenbouwkundig architecte GRAU (Parijs), docente aan de Peter Berhens School of Arts - Düsseldorf (Duitsland)
  • Philippe Rahm: architect, docent aan de ENSA-Versailles (Frankrijk)
  • Michael Ryckewaert: stedenbouwkundig architect, docent stedenbouw aan de Vrije Universiteit Brussel
  • Christine Schaut: sociologe, docente aan de Université Libre de Bruxelles en aan de Université Saint-Louis
  • Apolline Vranken: architecte, oprichtster van het platform 'L'architecture qui dégenre'

Het secretariaat van het comité werd verzorgd door Yves Van de Casteele, de Brusselse referent huisvesting bij perspective.brussels.

Het volledige rapport kan u nu hier raadplegen.

Meer info